Jona

DE PROFEET JONA.

Het Boek der Profetieën van Jona, den zoon van Amitthaï, bevat de voorspelling van den Profeet omtrent Ninevé, tegelijk met wat die voorspelling voorafging en wat daarop volgde.

De inhoud is volstrekt historisch en geenszins, wat sommigen van mening zijn, ene allegorie.

Niet ten onrechte kenschetst Delitzsch het boek als ene, onder diepe beschaming en goddelijke zelfverloochening, op aandrijven van den Heiligen Geest, te boek gestelde schuldbelijdenis van den terechtgebrachten Profeet, die daarom hij de profetische Schriften is ingelijfd, omdat Jona, voorspellende zelfs dan, wanneer hij niet voorspellen wilde, een type van den toekomstigen Christus was, in Wien alleen en door Wien alleen ook den gelovigen der Oud-Testamentische eeuw genade te beurt viel.

Het Boek laat zich in vier delen verdelen.

Het eerste deel (hoofdst. 1) bevat de roeping van den Profeet, zijn vlucht, en de gevolgen er van.

Het tweede deel (Hoofdst. 2), behelst zijn innig geloofsgebed in de ingewanden van den vis.

Het derde deel (Hoofdst. 3), deelt mede, zijne hernieuwde roeping en zijn profetie tegen Ninevé.

Het vierde deel (Hoofdst. 4), vermeldt de omstandigheden, die na de prediking plaats vonden.

Het geheel doet ons zien, dat de barmhartigheid Gods zich ook toen reeds uitstrekte niet alleen over Israël, maar ook over de volken.