Judas
DE ALGEMENE BRIEF VAN DE APOSTEL JUDAS🔗
De brief heeft in de sterke kleuren en krachtige trekken van zijn schildering, in zijn rijkdom van vergelijkingen en beeldrijke uitdrukkingen de aard van een profetisch woord en is geheel doorvlochten van heenwijzingen naar het Oude Testament. In het bijzonder doelen die heenwijzingen naar het Oude Testament op hetgeen in de Heilige Schriften niet geschreven staat, maar zich aan plaatsen van de 5 boeken van Mozes als nadere mededeling heeft aangesloten. Zo laat ook Judas Stefanus zeggen, dat Mozes onderwezen was in alle wijsheid van de Egyptenaren, dat hij machtig in woorden en werken was en veertig jaren oud was toen hij ging om naar zijn volk te zien (Hand. 7: 22. v.). Als de schrijver van de brief aan de Hebreeën weet van hen, die in stukken gezaagd zijn (Hebr. 11: 37), dan heeft hij dit uit een overlevering, die niet in het Oude Testament staat en waaruit Paulus eveneens de namen Jannes en Jambres heeft ontleend (2 Tim. 3: 8). Dat nu Judas van zo’n traditionele verklaring of uitbreiding van hetgeen in het schriftwoord gegeven is, zo menigvuldig gebruik maakt, heeft zijn oorzaak niet in een ongezonde voorliefde voor deze, maar wordt gerechtvaardigd daardoor, dat het dient voor het eigenaardig doel, waartoe hij ze gebruikte.