Kolossenzen
DE BRIEF VAN DE APOSTEL PAULUS AAN DE COLOSSENZEN🔗
In de brief aan de Efeziërs heerst het universalisme, in dezen het monisme: Christus’ persoon en altijd weer de persoon van Christus en deze uitsluitend! De brief is dus door en door Christologisch. De persoon van Christus is de Heer van eeuwigheid, die hemel en aarde, het zichtbare en onzichtbare vervult en regeert, die, omdat Hij tot ons geslacht is neergedaald en Zich begeven heeft in de geschiedenis van de mensheid, alles en allen met God heeft verzoend, alle eeuwen van de ontwikkeling omvat, zodat buiten en vóór Hem ook de hoogste beschaving van de geest en de edelste opvolging van de wet slechts beginselen, elementen van de wereld zijn, die voorbijgaan. In Hem is daarentegen vrede, leven, heil en vreugde gegeven; evenals elke deugd op elk zedelijk levensgebied gegeven is en wel op de ethische weg van het geloof, in gehoorzaamheid aan Zijn woord en in levende gemeenschap met Hem en in het gebed, zodat de Christus voor ons tot de Christus in ons wordt.