Numeri

HET VIERDE BOEK VAN MOZES, NUMERI.

(Getallen).

Het vierde boek van Mozes ontleent zijn naam aan de Vulgata, in navolging van de Septuaginta. Naar zijn inhoud, of liever naar de inhoud van de eerste hoofdstukken, wordt het door de "Zeventigen" Ariymoi, in de Vulgata, Numeri geheten. Beide woorden betekenen: Getallen.

Bij de Hebreeën wordt het genoemd naar zijn eerste woord: Wajedabbeer, En Hij (de Heere) sprak, of naar zijn inhoud: Bemidbar, d.i. in de woestijn.

In dit boek wordt ons bericht, hoe Israël in de tweede maand van het tweede jaar opbrak van het gebergte Sinaï en zijn reis door de woestijn voortzette tot aan de grenzen van Kanaän. De weg van Gosen tot Sinaï was afgelegd, en nu wordt de weg van Sinaï tot Kanaän beschreven. Wat de geschiedkundige bijzonderheden betreft, deze hebben plaats gehad óf in het tweede, óf in veertigste jaar van de woestijnreis. Wat daar tussen ligt, gaat de Heilige Schrift met stilzwijgen voorbij.

In drie bijna gelijke hoofddelen laat Numeri zich gemakkelijk splitsen.

Het eerste deel (hoofdstuk 1 tot 10:10) deelt ons mee, hoe Israël wordt voorbereid, om op te trekken van het gebergte Sinaï.

In het tweede deel (hoofdstuk 10:11 tot 21) geeft ons een blik op, wat met Israël voorviel, gedurende de tocht, tot aan het gebergte Pisga.

Het derde deel (hoofdstuk 22 tot 34) meldt ons, wat er met Israël geschiedde aan de oostzijde van de Jordaanvlakte, behalve welke wetten daar, in het bijzonder met betrekking tot Israëls verblijf in Kanaän, werden gegeven.

Zoals Israël alzo in het vorige tijdperk werd voorbereid, om de wetten en instellingen van God op Sinaï te ontvangen en aldus tot Verbondsvolk van God te worden bezegeld, in dit tijdvak wordt Israël voorbereid, om in Kanaän op eigen erfgoed gesteld te worden, en daar te wonen als het eigen en verkregen volk van God.