2 Korinthe

EEN VERKLARING PRACTISCHE OPMERKINGEN VAN DE TWEEDE BRIEF VAN DE APOSTEL PAULUS AAN DIE VAN CORINTHE.

In zijn vorige brief had de apostel zijn voornemen te kennen gegeven om naar Corinthe te komen, wanneer hij Macedonië zou doorgegaan zijn, Hoofdstuk 16: 5, maar, door Gods bestel gedurig enige tijd daarin verhinderd zijnde, schreef hij hun deze tweede brief ongeveer een jaar na de eersten; en het schijnt dat daarvoor twee spoedeisende redenen bestonden.

I. Het gedrag van de hoereerder die onder de ban lag, vereiste dat hij met alle spoed zou hersteld en opnieuw tot de gemeente toegelaten worden. Hieromtrent geeft hij bestuur, Hfdst. 2, en geeft later, Hfdst. 7, zijn voldoening over de mededelingen, die hij betreffende hun goede handel in deze zaak ontvangen had.

II. Er werd nu een inzameling gehouden voor de arme en te Jeruzalem, en hij spoort de Corinthiërs aan om daarin bij te dragen.

Verscheidene andere dingen in deze brief zijn zeer opmerkenswaardig; bijvoorbeeld:

I. De melding, die de apostel geeft van zijn arbeid en welslagen in de prediking van het Evangelie in onderscheiden plaatsen, Hfdst. 2.

II. De vergelijking, die hij maakt tussen de Oud- en de Nieuwtestamentische bedeling, Hfdst. 3.

III. Het menigvuldig lijden, dat hij en zijn medebroeders hadden te ondergaan, en de beweegredenen en bemoedigingen voor hun ijver en geduld, 4, 5.

IV. De waarschuwing, welke hij de Corinthiërs geeft tegen vermenging met de ongelovigen, Hfdst. 6.

V. De wijze, waarop hij zich en zijn apostelschap rechtvaardigt tegen beledigende verdachtmakingen en beschuldigingen van valse leraars, die trachtten zijn en naam te Corinthe te verwoesten, Hfdst. 10-12, en de gehele brief door.