Éfeze
EEN VERKLARING EN PRACTISCHE OPMERKINGEN VAN DE BRIEF VAN DE APOSTEL PAULUS AAN DIE VAN EFÉZE.🔗
Sommigen menen dat deze brief aan de Efeziërs een rondgaand schrijven was, gericht meerdere gemeenten; en dat het afschrift, voor de Efeziërs bestemd, in de canon opgenomen, zodat daardoor de brief dit opschrift draagt. En zij worden er des te eer toe geleid om te denken, omdat deze de enige van de brieven van Paulus is, die niets bevat, dat toegepast worden op de bijzondere toestand van die gemeente, maar de gehele inhoud is van algemeen belang voor alle Christenen en voornamelijk voor hen, die vroeger heidenen zijnde, tot tot het Christendom bekeerd waren. Maar daartegenover moet opgemerkt worden, dat brief opzettelijk is gericht in vers 1 aan de heiligen, die te Eféze zijn; en dat de apostel aan einde mededeelt dat hij Tychicus tot hen gezonden heeft, van wie in 2 Tim. 4: 12 wordt gezegd, dat hij naar Eféze gezonden was.
De brief draagt het kenmerk van uit de gevangenis geschreven te zijn; en men heeft soms de opmerking gemaakt, dat hetgeen deze apostel aan hen schreef, het meest de smaak en de geur van de Goddelijke dingen heeft. Wanneer de beproevingen overvloedig werden, werden zijn vertroostingen en bevindingen nog veel overvloedig; waaruit wij mogen afleiden, dat de bedroevende leidingen Gods met Zijn volk vooraf met Zijn dienaren, dikwijls ten voordele strekken voor henzelf evenals voor anderen.
Het doel van de apostel is de Efeziërs vast te stellen en te bevestigen in de waarheid, en hen er in de geheimenissen van het Evangelie in te leiden. In het eerste gedeelte schetst hij het grote voorrecht van de Efeziërs, die in vroeger tijd afgodische heidenen geweest waren, maar bekeerd tot het Christendom en opgenomen in het verbond met God, hetwelk hij toelicht met overzicht van hun ellendige staat vóór hun bekering, Hfdst. 1-3.
In het tweede gedeelte, 4-6, onderricht hij hen aangaande de voornaamste plichten van de godsdienst, zoowel, persoonlijk als wederkerig, en wekt hen op en bezielt hen tot getrouwe betrachting daarvan.
Zanchius merkt op, dat wij hier een kort begrip van de gehele Christelijke leer en van de voornaamste stukken van de Godgeleerdheid hebben.