Hooglied
EEN VERKLARING MET PRAKTISCHE OPMERKINGEN VAN HET HOOGLIED VAN SALOMO🔗
Al de Schrift, dies zijn wij zeker, is van God ingegeven, en is nuttig ter ondersteuning en bevordering van de belangen van Zijn koninkrijk onder de mensen, en zij is er dit niet minder om wijl er sommige dingen in gevonden worden, die zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien lot hun eigen verderf. In ons geloof beide van de Goddelijke herkomst en van de geestelijke opvatting van dit boek worden wij bevestigd door het aloude standvastige en overeenstemmende getuigenis zowel van de kerk der Joden, aan wie de woorden Gods zijn toevertrouwd, en die nooit enigerlei twijfel geopperd hebben aan het gezag van dit boek, als van de Christelijke kerk, die hen gelukkig is opgevolgd in het bewaren van dit toevertrouwde pand en in die ere.
I. Het moet van de enen kant erkend worden, dat zo aan hem, die dit boek zelden leest, gevraagd werd wat aan de kamerling gevraagd werd: Verstaat gij ook hetgeen gij leest? hij meer reden zal hebben dan deze gehad heeft om te zeggen: Hoe zou ik toch kunnen, zo mij niet iemand onderricht? De historische en profetische boeken der Schrift gelijken zeer veel op elkaar; maar dit hooglied van Salomo is zeer ongelijk aan de liederen van zijn vader David; de naam van God komt er niet in voor; het wordt nooit aangehaald in het Nieuwe Testament; wij vinden er gene uitdrukkingen in van de natuurlijken Godsdienst, geen vrome gebeden; neen, en het wordt ook niet ingeleid door een visioen, of enigerlei kenteken van een onmiddellijke openbaring; het schijnt even moeilijk als enig ander deel van de Schrift tot een reuk des levens ten leven gemaakt te kunnen worden, ja voor hen, die het gaan lezen meteen vleselijke zin en verdorven neigingen, is het in gevaar om tot een reuk des doods ten dode te worden; het is ene blo em, waaruit zij vergif halen, en daarom hebben de Joodse leraren aan hun lieden aangeraden, om het niet te lezen voor zij dertig jaren oud waren, opdat niet door het misbruik van hetgeen uiterst rein en heilig is (horrendum dictu afschuwelijk om het te zeggen!) de vlam der lusten ontstoken zou worden met vuur van de hemel, dat alleen voor het altaar bestemd is, maar,
II. Van de anderen kant moet erkend worden dat, met de hulp van de vele getrouwe gidsen, die wij hebben voor het begrijpen van dit boek, het een zeer krachtige en heldere straal schijnt te zijn van hemels licht, bewonderenswaardig geschikt om Godvruchtige gedachten en aandoeningen op te wekken in heilige zielen, om hun begeerten naar God te doen uitgaan, hun verlustiging in Hem te doen toenemen, hun bekendheid en gemeenschapsoefening met Hem te verbeteren. Het is een allegorie, waarvan de letter hen, die daarbij blijven en nie t verder zien, doodt, maar waarvan de geest leven geeft, 2 Corinthiërs 3:6; Johannes 6:63. Het is ene gelijkenis, die Goddelijke dingen voor hen, die ze niet beminnen, moeilijker maakt, maar duidelijker en aangenamer voor hen, die ze liefhebben, Mattheüs 13:14, 16. Ervaren Christenen vinden hier een tegenbeeld van hun ervaringen, en voor hen is het verstaanbaar, terwijl diegenen, die part noch deel aan de zaak hebben, het noch kunnen verstaan, noch kunnen genieten. Het is een lied, een epithalamium, of bruiloftsdicht, waarin door de uitdrukkingen van liefde tussen een bruidegom en zijn bruid, de wederzijdse genegenheden tussen God en een onderscheiden deel van het mensdom worden voorgesteld en verklaard, of opgehelderd. Het is een herderszang; ter meerdere voorstelling van nederigheid en onschuld, treden bruidegom en bruid op als een herder en zijn herderin.
1. Dit lied kon gemakkelijk in geestelijken zin opgevat worden door de Joodse kerk, voor welker gebruik het vooreerst werd samengesteld, en door welke het ook aldus werd opgevat, zoals blijkt uit de Chaldeeuwse parafrase en de oudste Joodse Schriftuitleggers. God heeft zich het volk van Israël ondertrouwd, Hij heeft een verbond met hen gemaakt, en het was een huwelijksverbond. Hij had overvloedige bewijzen gegeven van zijn liefde voor hen, en Hij eiste van hen dat zij Hem zouden liefhebben met geheel hun hart en geheel hun ziel. Van afgoderij werd dikwijls gesproken als van geestelijk overspel; en om het verzot zijn op afgoden te voorkomen, werd dit lied geschreven, het welbehagen voorstellende, dat God had in Israël, en dat Israël behoorde te hebben in God, en hen aanmoedigende om Hem getrouw te blijven, al schijnt Hij zich ook soms van hen terug te trekken en voor hen te verbergen, en te wachten op Zijn nadere openbaring van zichzelven in de beloofde Messias.
2. Het kan nog gemakkelijker in geestelijken zin genomen worden door de Christelijke kerk, omdat de mededelingen van Goddelijke liefde rijker en vrijer schijnen te zijn onder het evangelie dan zij onder de wet zijn geweest, en de gemeenschap tussen hemel en aarde vertrouwelijker was geworden. God heeft soms van zichzelven gesproken als van de Man der Joodse kerk, Jesaja 54:5; Hoséa 2:16, 19, en zich in haar verblijd als zijn bruid, Jesaja 62:4, 5. Maar meer dikwijls wordt Christus voorgesteld als de Bruidegom Zijner kerk, Mattheüs 25:1; Romeinen 7:4 :2 Corinthiërs 11:2; Efeziërs 5:32, en de kerk als de bruid, de vrouw van het Lam, Openbaring 19:7; 21:2, 9.
Naar deze metafoor spreken Christus en de kerk in het algemeen, Christus en afzonderlijke gelovigen, met elkaar, en drukken overvloedig hun achting en genegenheid voor elkaar uit. De beste sleutel tot dit boek is Psalm 45, die wij in het Nieuwe Testament op Christus zien toegepast, en daarom behoort ook dit lied op Heen toegepast te worden. Er wordt enige moeite vereist om te ontdekken wat de bedoeling van de Heilige Geest in de onderscheidene delen van dit boek. Gelijk vele van Davids liederen bevattelijk zijn voor het kleinste verstand, en er ondiepten in zijn, waarin een lam nog kan waden, zo zal dit lied van Salomo de oefening van het verstand der geleerdste in aanspraak nemen, en er zijn diepten in, waarin een olifant zou kunnen zwemmen. Maar waar de betekenis ontdekt wordt, daar zal zij van uitnemend nut zijn om Godvruchtige gevoelens en gewaarwordingen in ons op te wekken, en dezelfde waarheden. die in andere Schriftuurplaatsen duidelijk worden uitgedrukt, zullen, als zij hier ontdekt worden, met des te aangenamer kracht tot de ziel lopen. Als wij ons tot de studie van dit boek begeven, dan moeten wij niet alleen met Mozes en Jozua onze schoenen uittrekken van onze voeten, en zelfs vergeten dat wij lichamen hebben, omdat de plaats waar wij op staan heilig land is, maar wij moeten met Johannes hier op komen, onze vleugels uitspreiden om een edele vlucht te nemen, opwaarts vliegen, totdat wij door geloof en heilige liefde ingaan in het heilige der heiligen, want dit is niet dan een huis Gods, en dit is de poort des hemels.