Obadja
EEN VERKLARING MET PRAKTISCHE OPMERKINGEN VAN HET BOEK VAN DE PROFEET OBADJA🔗
Dit is het kortste van alle boeken van het Oude Testament, het kleinste, en toch mag het niet voorbijgezien worden noch mag men er gering over denken, want deze penning draagt des keizers beeld en opschrift; het draagt het goddelijke stempel. In een korte preek, in een klein boekje, kan veel over God voorkomen, en zij kunnen veel goeds uitwerken, multum in parvo, veel in weinig woorden. Norris zegt: "Als de engelen boeken moesten schrijven, dan zouden we weinig folianten hebben." Wat kort is, kan zeer krachtig zijn.
Dit boek is getiteld: Het gezicht van Obadja. Wie deze Obadja was, blijkt uit geen enkel Schriftwoord. Sommigen der ouden meenden, dat hij dezelfde was, die hofmeester in Achabs huis was, 1 Koningen 18:3; en indien zij gelijk hebben, dan heeft hij inderdaad eens profeten loon gekregen voor het voeden en verbergen der profeten, waar hij zelf tot profeet geroepen werd. Doch dit is een mening, waarvoor geen grond bestaat. Deze Obadja is waarschijnlijk uit later tijd; sommigen denken, dat hij een tijdgenoot is van Hoséa, Joël en Amos; weer anderen houden het voor zeker, dat hij leefde omstreeks de tijd van de verwoesting van Jeruzalem, toen de kinderen Edoms zich zo onmenselijk verheugden over dien ondergang. Toch was, wat hij schreef, hetgeen hij zag: het is zijn gezicht. Waarschijnlijk was er veel meer, dat hij gesproken heeft, door goddelijke inspiratie daartoe gedreven, maar dit is alles wat God hem deed schrijven, en al hetgeen hij schrijft heeft betrekking op Edom. Het is dwaas van sommigen der Joden te menen, dat, omdat hij slechts profeteert ten aanzien van Edom, hij zelf een Edomiet van geboorte was, doch een proseliet van de Joodsen godsdienst.
Andere profeten profeteerden tegen Edom, en sommigen onder hen schijnen in hun voorzeggingen tegen Edom wat aan zijne profetieën te hebben ontleend, zoals blijkt uit Jeremia 49: 7 enz.; Ezechiël 25:12 enz. In de mond van twee of drie getuigen zal alle woord bestaan.